"Oos Naer 64" (jaargang 17, nr. 64, juni 2015)

 

Op woensdag 18 juni 2015 is 'Oos Naer', nr. 64, uitgekomen. Op deze webpagina wordt een samenvatting gegeven van dit nummer. Op de voorkant van deze uitgave staan Step Houben (links) en zijn broer Sjeng (broeder Ferdinand) bij gelegenheid van het 50-jarig kloosterjubileum van broeder Ferdinand in Gentinnes (België).

"Asj d'r èns wiltj loestere" (redactie)

Er zijn twee nieuwe artikelen: over de vroegere sigarenfabriek Maneslust van Step Houben en over de rokerij van Tinus van Gerègke. De vijf andere bijdrages zijn van Jo Ramakers, Jos Geraets, Koos Luijten, de werkgroep krantenknipsels en van Jo Kuijpers. Het zijn artikelen van lopende series. We willen ook nog eens uw aandacht vragen voor de omslagfoto van het vorige nummer van 'Oos Naer' (63). De redactie zou graag zo veel mogelijk de namen willen weten van de jongens tijdens de Bevrijdingsoptocht 1945 in de Steeg te Neer.

Uit Neerse bodem - een Romeinse munt van Keizer Marcus Aurelius (door Jo Raemakers)

Zo'n twaalf jaar geleden vond Tjeu Geraets een opmerkelijke Romeinse munt. Hij heeft deze munt tijdens werkzaamheden op het veld gevonden langs de heerweg (verharde langeafstandsweg, aangelegd in de Romeinse tijd), die in vroeger tijden door het Buggenums veld richting Neer liep. (zie ook 'Oos Naer', nr.8, 2001).

De gevonden munt betreft een sestertie (naam van het soort muntstuk) van de Romeinse keizer Marcus Aurelius (121-180 n. Chr.).

De munt heeft volop groene patina (groene oxidatielaag op bronzen voorwerpen, koperen munten enz.) wat heel normaal is bij deze munten. De munt is van brons, een legering van koper en tin.

De munt weegt 18/19 gram en heeft een gemiddelde diameter van 28 mm.

Op de voorzijde staat het hoofd van de keizer gericht naar rechts.

Keizer Marcus Aurelius, geboren in het jaar 121, wordt beschouwd als de laatste van de 'vijf goede keizers' van het Romeinse rijk. Hij staat bekend als een menselijk en rechtvaardig heerser. Onder zijn heerschappij, die duurde van 161-180 n. Chr., leefde het Romeinse rijk weer op.
Hij was ook filosoof en aanhanger van de Stoa (filosofische stroming) en bracht zijn beginselen ook werkelijk in praktijk. Hij legde zijn levensbeschouwing neer in het Grieks geschreven dagboek 'Ta eis heauton' (zelfbeschouwingen).

'100 jaar geleden' (deel 24) (door Jos Geraets)

De artikelenserie '100 jaar geleden' is samengesteld uit beschrijvingen van gebeurtenissen die honderd jaar geleden in Neer hebben plaatsgevonden. Soms wordt door middel van de letters 'VNH' verwezen naar een adres in het boek "Van Naer Haer". In deze aflevering aandacht voor de bouw van vier nieuwe woonhuizen. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan hun eigenaars/bewoners.Voor de ligging van de betreffende huizen kunt u de kaartjes inzien in het boek 'Van Naer Haer'. Bouw van woonhuis door Johannes Levels. Johannes (Henneske) Levels werd geboren in 1860 op de Hoogstraat als zoon van kleermaker Peter Levels en Maria Elisabeth Jacobs. Hij leerde thuis het vak van kleermaker. In 1899 trouwde hij met de op Kinkhoven geboren Wilhelmina Smeets en ging in Linne wonen. Ze kregen twee kinderen. Op 4 april 1903 verhuisde het gezin vanuit Linne naar Neer en ging aan de Rijksweg wonen in het huis van de familie Peulen (Kuper). Op dat adres werd het gezin met drie kinderen uitgebreid. Op 9 april 1915 vroeg Henneske vergunning aan voor het oprichten van een woonhuis aan de Rijksweg (met stalling en schuur). Op 19 april werd de gevraagde vergunning verleend. De echtgenote van Henneske overleed in 1938 en Henneske zelf overleed in 1949.

Herbouw woonhuis door weduwe van Johannes SijbenJohannes Sijben werd in 1870 op Brumhold geboren als zoon van landbouwer Peter Sijben en Petronella Houben. Hij trouwde in 1898 met Sophia Geraets, geboren op Brumhold. Johannes Overleed in 1914. Op 28 juni 1915 vroeg zijn weduwe vergunning aan op een perceel op Brumhold. Sophia overleed in 1917 en liet zeven kinderen achter. Woonhuis Peter Wulms, Hoogstraat, dat later bekend werd als Café 'de Klomp'. Behalve leiendekker was Peter ook caféhouder. In 1905 kreeg hij een vergunning voor de verkoop van sterke drank. In het nieuwe pand zette Peter het café voort in een lokaal van 37 m2. Peter overleed in 1945 en zijn echtgenote Han overleed in 1953. 

'Tinus van Gerheggen en de rokerij' (door Bert Meily)

Tinus Spee was een fervent roker. Hij rookte pijp, sigaar en sigaret. Af en toe nam hij ook wat pruimtabak en had iemand snuiftabak, dan deed hij ook mee. Mina was geen fan van dat gerook. Ze zei altijd: "Doe rouks dich nog kepot." In dit artikeltje beschrift Bert Meily hoe Tinus met roken bezig was: sigaretten rollen uit de hand; dat mislukte nog wel eens; en later met een metalen doos (zie foto). Bert vond het altijd prachtig om te zien. In plaats van vloeitjes had hij fabriekshulzen (dozen met 100 stuks). Dan had je een apparaat, bestaande uit twee halve cilinders aan elkaar scharnierend. Tabak er in, dan dicht klappen en dan de lege huls er overheen schuiven en met een soort stamper duwen, waardoor de tabak in de huls kwam en uiteindelijk een sigaret vormde, met mondstuk en filter. In de 'gooi' kamer lagen in de kast altijd diverse kistjes met sigaren voor zondags, o.a. onderweg naar de Hoogmis en 's middags als er gekaart werd. Onder het dagelijkse werk had Tinus altijd de pijp in de mond; soms brandend, soms als zuigstok. Naarmate de oorlog langer duurde, werd de tabak schaarser. Step Houben bracht uitkomst met zijn 'febriekske' in de Steeg. Hij had kleine sigaartjes in de verkoop in kistjes van 50 stuks voor twee cent per stuk. Maar had niet veel meer met tabak van doen. Step Houben, sigarenmaker in de Steeg, moest evacueren en daarom ging Tinus zelf tabaksplanten tussen de mais poten. Eerst moesten de bladeren drogen; daartoe werden de bladeren in het midden gekerfd en dan aan bonenstaken geregen. Om sneller te drogen werden ze verder boven het fornuis gedroogd. Het moeilijkste proces was het 'fermenteren' (de vereiste kleur en geur geven aan de tabak).Kuuëpke vanne Kappert had goede raad: een groete teil, daar de bladeren in, een jutezak daarop en afdekken met een mengsel van koeien- en paardenstront! Dat gaf een wel zeer 'bepaalde' geur! De eerste avond dat Tinus een pijp opstak van 'eigen bodem' was een groot succes; behalve dan voor Mina, want de rook was aanzienlijk. Vanaf oktober 1944 kwamen af en toe Engelsen op ons erf en die waren wel zo goed om sigaretten te strooien; zeker nadat ze eenmaal in 't 'hoes' de eigen teelt van Tinus hadden geroken.

'Maneslust, een sigarenfabriek in Neer' (door Elly Keiren-Mestrom en An Simons)

Neer kende lange tijd in de Steeg de sigarenfabriek 'Maneslust'. Eigenaar en sigarenmaker was Step Houben. De oorsprong van deze fabriek ligt echter in de Goot, waar Ingelbert Houben (ook wel Ingelbert van Panne Jentje genoemd) rond 1888 van start ging. Hij was tevens de eigenaar. Hij was de vader van Step.(De bijnaam 'Panne' komt volgens de familie van het feit dat hun huis gedekt was met gitzwarte pannen, een bijzonderheid omdat toen veel huizen geheel of gedeeltelijk gedekt waren met het goedkopere stro of riet.) Ingelbert zou destijds het huis in de Goot gekocht hebben van een Dekker Hermen, zogenaamd naar zijn beroep van dakdekker. Hij maakte strooien daken. Toen destijds het huis te koop stond, werd het in de volksmond zeer smeuïg omschreven als een huis in een lommerrijke omgeving, een "LUST" voor het oog". De combinatie 'Manes' en 'lust' zou de naam Maneslust kunnen verklaren. Daarbij zou Herman bij Ingelbert gewerkt hebben en lustte hij graag sigaren. In 1921 werd het bedrijf ingeschreven in de Kamer van Koophandel. Ingelbert was twee keer getrouwd en had een groot gezin. Zijn drie zoons waren ook sigarenmakers en werkten bij hun vader in de zaak. Zijn oudste zoon Johannes werkte maar kort in het bedrijf; in 1922 werd hij geroepen tot het kloosterleven en trad in bij de paters van de H. Geest in BaarleNassau als broeder Ferdinand. Wöllem en Step gingen samen verder; eerst nog in de Goot, maar de zaak werd daar te klein. Men besloot tot nieuwbouw in de Steeg. Onder de naam 'Maneslust' gingen Wöllem en Step verder met sigaren te maken. Wöllem stierf in 1928 op 27-jarige leeftijd. Step zette de fabriek daarna alleen voort.

In 1931 trouwde de zus van Step, Merieke (ook bekend onder de naam Moeke van de Bóndj) met Tjeu Peeters (uit het Fort) en ging op de Kruisstraat wonen. Step ging mee naar de Kruisstraat en zou tot zijn dood bij het gezin blijven wonen. In het grote gezin zorgde hij ook mee voor de kinderen; zeker toen zijn zus een aanstelling kreeg als onderwijzeres aan de beide lagere scholen in Neer. Step had enkele mensen in dienst; die bleven hem zeer trouw. Pierre Custers werkte tot aan zijn pensionering in 1955 in de sigarenfabriek en zijn zoon Piet werkte er ook een korte tijd. Een andere medewerker, Theike Thommassen was de vertegenwoordiger en bezorgde de sigaren bij de klanten. In 1950 sloot Step een vennootschap met Theike en de firma heette voortaan S.P. Houben en Co. Toen Step 70 jaar werd, rolde hij zijn laatste sigaar in de fabriek. Hij zette op kleine schaal, thuis op de Kruisstraat het werk nog voort tot de laatste tabak op was.Step was een heel bescheiden, rustige en tevreden man. Dat blijkt wel uit het feit, dat hij de fabriek geruisloos sloot. Geen groots afscheid en geen artikel in de krant, hoewel hem dat wel gevraagd was. Hij ging bij zijn zus Marieke wat tuinieren. In 1974 verkocht hij het gebouw in de Steeg aan zijn nichtje Mieke, dochter van zijn zus Moeke. Zij verbouwde de fabriek tot woning en bouwde later naast deze woning een café, genaamd 'Maneslust'.

Neer, vroeger en nu (door Koos Luijten)

Neer, vroeger.....

Midden en eind jaren '70 had Neer een midgetgolfbaan, gelegen aan de Maas. Er bestond ook een midgetgolfclub 'de Maasgolf', die in maart 1975 is opgericht. Het eerste team werd in 1977 zelfs landskampioen, terwijl de vereniging toen pas twee jaar bestond. Op de baan werd in september 1977 een midgetgolfinterland Nederland-België gespeeld. Fanfare 'De Eendracht' speelde vooraf de beide volksliederen.

En nu.....

Schoor te Neer, mei 2015. Door de bebouwing is de foto van een ander standpunt genomen. De midgetgolfbaan is in de jaren '80  afgebroken en de grond is in de jaren '90 verkocht. De beide huizen links op de foto zijn in 1998 gereed gekomen.

De bezittingen van het klooster Keizerbosch na de confiscatie door de Fransen in 1796 (5.01) Keizerboschhof (door Jo Kuijpers)

Begraafregister uit 1750 (DTB parochie St. Martinus, Neer)10 januari is gestorven Eleonara Geradts weduwe van Henricus Hilkens wonende in huize Keijserbosch. 17 januari is gestorven in het klooster Keijserbosch de jager Henricus Jessinghs, ongehuwd. Gelijktijdig met het klooster Keizerbosch (kavels 7 en 8) wordt ook de pachtboerderij 'Keizerboschhof' (kavel 10) verkocht. De hof wordt tot aan de Franse tijd door de proost verpacht als halfboerderij, wat betekent dat de helft van de opbrengst voor de eigenaar is en de andere helft voor de pachter, die ook wel halfman of halfer genoemd wordt. Keijserboschhof werd gerund door een halfer of halfman. Ook in de schatboeken van de gemeente Neer wordt de verpachting als halfboerderij bevestigd. In 1699 wordt Peter Verhaegh genoemd als halfman. Wanneer de hof precies gebouwd is, is niet bekend, maar in elk geval vóór 1650. Dan staat hij al vermeld in het schatboek. Na de confiscatie van het klooster Keijserbosch door de Fransen worden ook de boerderijen, die bij het klooster hoorden, verkocht.

Overlijdensakte van Henricus Hil(le)kens van 8 juli 1748 Henricus Hillekens, grootvader van Jacobus Hillekens verhuist rond 1730 van Roggel naar Neer, waar de familie in elk geval in 1750 al op Keijserboschhof verblijft. Henricus is gedoopt te Roggel op 24 september 1695, landbouwer en grondeigenaar, overleden te Neer op 8 juli 1748, zoon van Andreas Hilkens en  Helena Gerarts. Hij is getrouwd te Roggel op 28 mei 1720 met Leonarda ((E)leonora Geraets. Zij krijgen negen kinderen. Bij de Franse volkstelling van 1796 werden er op Keijserboschhof tien personen geteld (inclusief vier knechten en twee dienstmeiden). Wanneer het lopende pachtcontract op zijn eind loopt, wordt er een nieuw pachtcontract afgesloten voor 12 jaar (1805-1817).

40 jaar geleden...lang geleden? (12) (door de werkgroep Krantenknipsels)

Krantenknipsel uit 'De Limburger' van 1 september 1977.  Ooit had Neer bij de Maas een mooie en prachtig gelegen gelegen midgetgolfbaan met de toepasselijke naam: De Maasgolf. Dat de vereniging het bij wedstrijden goed deed, blijkt uit dit artikel in de Maas- en Roerbode van september 1977. Dit is echte historie, club en baan bestaan niet meer.