"Oos Naer 63" (jaargang 17, nr. 63, maart 2015)

Op woensdag 18 maart 2015 is 'Oos Naer', nr.63, uitgekomen. Op de voorkant van deze uitgave staat een foto van de bevrijdingsoptocht 1945 in de Steeg te Neer.

"Asj d'r èns wiltj loestere" (redactie)

Deze keer extra aandacht voor het artikel over de wortelstroopfabriek. Dit artikel is nieuw en de andere artikelen zijn vervolgen van lopende series. Verder hoort hierbij de advertentie van bierbrouwerij De Lindeboom op de binnenpagina. Ook die is bijzonder, omdat hieruit blijkt dat Geenen als eerste zijn bier 'wetenschappelijk' liet onderzoeken. Ook was het toen niet gebruikelijk om advertenties over bier in kranten te plaatsen. Brouwerij De Lindeboom was in veel opzichten dus een voorloper. En eigenlijk nu nog altijd.

"100 jaar geleden" (deel 23) (door Jos Geraets)

De artikelenserie '100 jaar geleden' is samengesteld uit beschrijvingen van gebeurtenissen die honderd jaar geleden in Neer hebben plaatsgevonden. Soms wordt door middel van de letters 'VNH' verwezen naar een adres in het boek "Van Naer Haer". In deze aflevering aandacht voor de officiële vestiging in 1915 van Willem Nieskens als Meester Kleermaker op de Kappert en een korte beschrijving van de Neerse kleermakers in 1915. Op 16 en 19 januari 1915 plaatste Willem Nieskens een advertentie in de Maas- en Roerbode met de mededeling dat hij zich gevestigd had als meester kleermaker op de Kappert.Willem Nieskens was geboren op 17 juni 1892 op de Kappert. In 1906 vertrok hij op 14-jarige leeftijd naar Heythuysen. Daar ging hij in de St. Jansstraat bij kleermaker Martinus Nieskens, een oom van hem, het vak leren van kleermaker.In 1911 was hij nog een half jaar in Kessel werkzaam en toen hij terugkwam in Neer, werd hij in het bevolkingsregister in geschreven met als beroep kleermaker. Op 12 juli 1916 vertrok Willem naar Kessel; kort daarna ging hij in Venlo wonen waar hij trouwde.Precies een jaar later kwam hij met zijn vrouw terug naar Neer op de Kappert. In 1919 verhuisde hij met vrouw en inmiddels geboren dochter naar Kessel en kwam er een definitief einde aan de kleermakerij op de Kappert.

Meer kleermakers in Neer In Neer waren 100 jaar geleden behalve Willem Nieskens meerdere kleermakers actief. Bekend zijn onder meer: Peter Hendrik Sillekens (Sloes Pieër), geboren in 1878 aan de Hoogstraat vertrok in 1897 naar Heythuysen en leerde het vak van kleermaker. In 1904 trouwde hij met Margaretha Bergs (naaister), waarna het echtpaar aan de Hoogstraat ging wonen (zie VNH 177). Petrus en Mathias Levels waren twee broers. Petrus (Peter) werd in 1860 op de Hoogstraat geboren als zoon van kleermaker Peter Levels en Maria Elisabeth Jacobs. Hij leerde thuis het vak van kleermaker en trouwde in 1899 met naaister Maria Caris uit Nunhem. Het stel woonde op Kinkhoven. Ze verhuisden in 1920 naar de Rijksweg (zie VNH 140), waar Peter ook een café begon. Hij overleed in 1926. Zijn broer Mathias (Ties), ook kleermaker van beroep, bleef vrijgezel en woonde en werkte bij Peter. Ties overleed in 1944. Andere kleerkmakers in Neer waren: Johannes Levels (broer van Petrus en Ties), Gerlacus Theodorus Hubertus van Helden, Petrus Hermanus Timmermans en Jozeph Huberus van Heugten.

Jozeph (Sefke) van Heugten werd in 1888 geboren aan het Kanaal als zoon van de sluiswachter Petrus Henricus van Heugten en Joanna Smets. Hij had het vak van kleermaker geleerd in Heythuysen bij Martinus Nieskens en had daarna als kleermaker gewerkt in Tegelen en in Neer. In 1913 trouwde hij met Wilhelmina van Rijt, geboren op de Waije. Ze gingen in Helden wonen. In 1917 overleed Wilhelmina en Sefke kwam met zijn twee kinderen terug naar het ouderlijk huis in Neer, waar hij het kleermakersvak verder beoefende. Vanaf 1930 woonde hij in de buurtschap de Goot (zie VNH 223). In 1924 hertrouwde Sefke met zijn schoonzus Margaretha Elisabeth van Rijt.Sefke overleed in 1975.

"Neer, vroeger en nu" (door Koos Luijten)

Neer vroeger .....

Deze foto uit circa 1966 is genomen vanaf het kruispunt Hanssum-industrieterrein Soerendonk. Links op de foto het in 1966 gebouwde magazijn en kantoor van de levensmiddelengroothandel Gebroeders Terstappen. Aan de rechterzijde is, donkergekleurd, de meelfabriek van Sjang Geraets (Pietjes Sjang). De oude fabriek had Geraets elders gekocht, afgebroken en aan de Maas in Neer opnieuw gebouwd. Eind jaren '60 nam Rijkers de fabriek over en vernieuwde een groot gedeelte van de fabriek. Later werd de fabriek onder een nieuwe directie voortgezet onder de naam 'Maasoever'. Achter deze donkerkleurige fabriek de hoge, witte fabriek van Landbouwbelang. Geraets en Landbouwbelang hadden beide aan de voorzijde een zuiginstallatie om schepen vanaf de Maaskade te lossen.

En nu.....                                                                                .

Deze foto is gemaakt in oktober 2014. Linksvoor is in 1970-1971 een tweekapper gebouwd. In de magazijnen van de firma Terstappen is momenteel een industriële bakkerij met de naam 'De Verwenbakker' gevestigd. Het kantoor aan de voorkant is in de loop der jaren met een verdieping verhoogd. De fabrieken van Landbouwbelang en de meelfabriek van Maasoever zijn afgebroken. Er zijn plannen op deze grond een Maasboulevard te realiseren.

"Wortelstroopfabriek Willem Geenen" (door Jos Geraets)

Inleiding Het stroop stoken in het verleden Al eeuwenlang is in Limburg als huisnijverheid ambachtelijke stroop gemaakt. De Germanen maakten al appelstroop door niet-houdbare appels in brede ondiepe potten te koken tot alle vocht verdampt was. Wat overbleef, was een moes die een suikergehalte kon bereiken van 50%, lang houdbaar was en gebruikt werd om maaltijden te zoeten.Voor kleine boeren en landlieden werd stroop stoken een methode om overtollig fruit te conserveren voor de winterperiode. De stroop werd vooral gebruikt als broodbeleg, maar deed ook dienst als ingrediënt in recepeten voor zowel warme als koude gerechten.In de Franse tijd, rond 1800, werd de teelt van suikerbieten geïntroduceerd. Vanaf toen werd in toenemende mate ook de suikerbiet als grondstof voor de stroop gebruikt. Einde van de 19de eeuw nam de vraag naar stroop sterk toe. Er ontstonden stroopfabrieken en de ambachtelijke bereiding liep snel terug. In 1866 waren er in Limburg circa veertig stroopstokerijen.

Wortelstroopstokerij Willem Geenen

In 1865 begon de Neerse Willem Geenen een wortelstroopstokerij. Hij gebruikte suikerbieten als grondstof, maar het woord 'wortelen' werd nog steeds gebruikt). De stokerij floreerde goed en kreeg vanaf het begin niet alleen klanten uit Neer, maar ook uit de gehele regio. Nog grotere bekendheid kreeg Willem, nadat hij in 1870 de Lindeboom gesticht had, die nog steeds in bezit is van de familie Geenen. In dit artikel iets over de familie Geenen, de stroopproductie van de wortelstroopstokerij en over de klanten met de nadruk op de klanten in Neer. Willem Geenen, 'Maxen Derken Wöllem', was in 1839 geboren als telg uit een oude en vooraanstaande Neerse famijn betovergrootvader was schepen en zijn overgrootvader was dorpsburgemeester te Neer. Zijn vader Bernardus Geenen was raadslid, van het burgerlijk armbestuur, lid van het kerkbestuur en lid en president van het bureau van de kerkmeesters. Verder in dit artikel wordt ingegaan op het gezin Bernardus Geenen-van Roij. In 1865 diende Willem bij de gemeente Neer een aanvraag in voor een vergunning tot het oprichten van een wortelstroopfabriek in het afzonderlijk gebouwtje in de nabijheid van zijn woning. Het is niet bekend wanneer hij de eerste stroop heeft geleverd. Vanaf 16 oktober 1868 noteerde Willem consequenten in een zeer mooi handschrift alle leveringen van stroop in het 'Journaal en Grootboek van Schuldvordering der Wortelstroopstokerij firma Willem Geenen te Neer'. Willem was in 1869 getrouwd met Anna Catharina Pijls uit Buggenum.

De leveringen van stroop hadden een seizoenskarakter: telkens van medio oktober tot begin maart en werden als regel cash betaald. In het journaal vermeldt Willem, dat hij voor de daarbij gebruikte munten de navolgende koers aanhoudt: 1 Thaler (daalder) = fl. 1,80 / 1 Franc = fl. 0,48 / 1 Hollandse munt vanfl. 2,50 = fl. 2,55 en 10 Ned. Gulden = fl. 10,20. De stroop werd geleverd aan winkeliers binnen en buiten Neer en aan enkele patrticuliere 'grootafnemers'. In 1870 verminderde de productie van 1/3 van de omzet in voorgaande jaren. Dat had onder meer te maken dat in dat jaar de brouwerrij werd opgericht.

In Neer had Willem Geenen de volgende klanten:

- Hendrik Aquarius (grondeigenaar en wethouder);- Weduwe Margaretha Geenen-Tobben (woonde bij de Friedesse molen en was eigenaresse hiervan;- Johannes Hansen, vader van Hanze Tjeuke (winkelier, koopman en tapper) (zie VNH 175)- Joannes Christiaan Hubertus Heijthuijsen (winkelier en dijkwachter), woonde in de Engelmanstraat in het huis waar later de familie Op 't Root woonde (zie VNH 72);- Gerardus Ploem, herbergier, bakker, koopman en winkelier, woonde aan de Bergestraat (in het huis waarin later Zegers Tieske woonde (zie VNH 383);- Josephus Spee, schrijnwerker en winkelier, woonde aan de Rijksweg in het huis waar later bakker Johannes Geraets, Juuëestjes Sjang, woonde (zie VNH 271);- Martinus Spee-de Louw, koopman in granen en steenkool, winkelier en tapper, woonde aan de Rijksweg in het huis waarin later Ludovicus Hendricus Boonen (Louw Ties) woonde (zie VNH 264);- Severinus Terstappen, broodbakker, winkelier, herbergier en koopman, woonde in het Dorp waar later zijn kleinzoon Mathieu Maria Joseph Hubert Terstappen (Terstappes Tjeu) woonde (zie VNH 170);- Peter Hubertus Theelen-Spee winkelier, koopman en landbouwer, woonde in het Dorp waar later Wilhelmina Maria Gertruida Peters (Kloet Miena) woonde (zie VNH 181);- Godefridus Tobben, smid, winkelier en herbergier. Hij was vrijgezel en woonde in het Dorp waar later Nicolaas Baetsen (Klaos ane kèrk) woonde (zie VNH 190);- Renerus Hubertus Verheijen, pachter op Maaswijnaarden. HIj woonde op het Eiland, waar later Jan Baptist Hubertus van Melick, Sjamba woonde (zie VNH 409).Buiten Neer had Willem Geenen nog klanten in Baexem, Berg, Buggenum (Hendrik Verheggen, bierbrouwer en Vader Pijls, grondeigenaar), Echt, Haelen, Helmond, Kessel, Leveroy, Maasniel, Meijel, Neeritter, Nunhem, Reuver, Roermond, Roggel, Stramproy en Weert.

Piet van Bogget, geen vecht- maar heilsoldaat (deel 3- slot) (door Piet van Bogget, 1927-2009)

De werkgroep Indiëgangers heeft in de loop der jaren een schat van gegevens verzameld over alle Neerse jongens die hun militaire diensttijd in het toenmalige Nederlands Oost-Indië hebben doorgebracht. Daaronder bevindt zich een 31 pagina's tellende terugblik van Piet van Bogget die hij na zijn Indiëtijd over zijn verblijf in Indië heeft geschreven. Hij vertrok naar Indië op 17 december 1947 en keerde op 7 mei 1950 terug in Nederland. De eerste twee delen van die terugblik zijn, met een uitgebreide inleiding, opgenomen in de vorige nummers (61 en 62) van 'Oos Naer'. In dit nummer volgt het derde en laatste deel.Piet werd te Roggel op 4 juni 1927 geboren. Hij verhuisde na de Tweede Wereldoorlog met zijn ouders naar Neer. Piet meldde zich aan als dienstplichtige in juni 1947 bij de Van Sypenstein-kazerne in Utrecht en werd ingedeeld bij de 1ste compagnie geneeskundige troepen.Hij vertrok op 17 december 1947 naar Indië. Hij diende als röntgenassistent op de afdeling diagnostiek van het Militair Hospitaal te Makassar op Celebes en het Hospitaal II te Batavia. Op 7 mei 1950 keerde hij terug naar Nederland. Hij overleed op 1 april 2009. In deel 3 (slot) beschrijft hij hoe hij meerdere malen aanwezig was bij een inlandse huwelijksvoltrekking. De familie van bruid of bruidegom haalde de gasten op met een betjak (zie foto). Tijdens de feestmaaltijd werden wij, militairen, als eregasten behandeld.

Na bijna 2,5 jaar in Indië bereidden de militairen zich al enigszins voor op een vertrek naar huis. De soevereiniteits-
overdracht vond plaats. Dat zou betekenen, dat de manschappen weer terug zouden keren naar Nederland. Alles werd langzamerhand geregeld om de terugreis te kunnen beginnen vanuit Makassar. In maart 1950 kwam het verlossende woord. De Nederlandse soldaten kregen enkele weken de tijd om de terugreis voor te bereiden. Op 11 april 1950 gaan de Nederlandse militairen aan boord van het Noorse emigrantenschip ´Skaugum´. De terugreis verliep veel rustiger dan de heenreis.

In Port-Saïd kregen men nog de laatste brieven van thuis en op 7 mei 1950 arriveerden de soldaten in de haven van Rotterdam. Op 27 juni 1950 volgde er nog een feest in het demobilisatiecentrum in Amersfoort, waar de militairen met een handtekening de terugkeer naar de burgermaatschappij tekenden. In Port-Saïd kregen men nog de laatste brieven van thuis en op 7 mei 1950 arriveerden de soldaten in de haven van Rotterdam. Op 27 juni 1950 volgde er nog een feest in het demobilisatiecentrum in Amersfoort, waar de militairen met een handtekening de terugkeer naar de burgermaatschappij tekenden.

"De Neerse Tuinbouwvereniging van 1912 tot 1992" (deel 5, slot) (door Egbert Hanssen)

De artikelenreeks 'Tuinbouwvereniging 1912-1992' geeft op een luchtige manier in chronologische volgorde een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen betreffende de Coöperatieve Groente- en fruittelersvereniging Neer B.A. De teksten en foto's zijn overgenomen uit het boekje dat in februari 1992 door Egbert Hanssen is samengesteld bij het 80-jarig jubileum van de vereniging. Zijn gegevensbronnen bestonden onder meer uit het boek 'En de boer, hij gardeniert voort' (over de 75-jarige geschiedenis van de CVV-veiling), de notulen van de algemene leden- en bestuursvergaderingen en de verkregen informatie bij gesprekken met vele (oud-)leden van de vereniging. De inhoud van het jubileumboekje wordt over een aantal artikelen in 'Oos Naer' verdeeld. De opmaak is daarbij aangepast aan de voor 'Oos Naer' gebruikelijke lay-out.Soms wordt bij vermelde personen verwezen naar een adres in het boek "Van Naer Haer" door middel van de letters VNH en het huisnummer.In deze vijfde en laatste aflevering aandacht voor de periode 1970 tot 1992.

In 1970 werden fusiebesprekingen opgestart tussen CRV en CVV. Het duurde toch nog enkele jaren, voordat de fusie zijn beslag kreeg. Een felle brand op carnavalsdinsdag 11 februari 1975 zou de echte fusie inluiden. Twee jongetjes van acht en negen jaar oud hadden de brand aangestoken. Er gingen één miljoen kisten en kratten verloren. Er werd wel een nieuwe loods gebouwd. Op 1 januari 1976 werd de fuzie een feit. Vier CRV-afdelingen in de Roerstreek weigerden met de CVV in zee te gaan en verkozen aansluiting bij de VGV (Venlose Groenten Veiling). In 1972 kwam het plan aan de orde om in Neer een nieuwe loods te bouwen. De kosten waren zo hoog, dat men voorlopig afzag van nieuwbouw. een eventueel tekort aan ruimte zou bij de Boerenbond gezocht worden. Er volgden enkele bestuurswisselingen. Ton Simons vertrok in 1974 na tien jaar zaakvoerderschap. Hij aanvaardde een nieuwe baan als manager van de Coöperatieve Verbruikersvereniging Neer UA, beter bekend als de 'Coöperatie'. Sjra Joosten uit Kessel werd als opvolger benoemd.

Op de algemene jaarvergadering van 1974 nam Kuuëb Gielens afschheid na 29 jaar bestuurslidmaatschap, waarvan de laatste vijf jaar als voorzitter. Hij loodste de vereniging door de moeilijke periode van CRV naar CVV. Hij was een van de stuwende krachten achter de ontwikkeling van agrarisch Neer. Hij werd opgevolgd door Piet van Pol, die al vanaf 1966 in het bestuur zit. Cor Beenders, tuinbouwleraar, werd benoemd tot ondervoorzitter. Hij zat sedert 1971 in het bestuur. In 1979 kwamen gesprekken op gang om te komen tot samenwerking tussen de tuinbouwverenigingen Heythuysen, Roggel en Neer. De gesprekken verliepen goed, maar er volgde geen samenwerkingsverband. Op 8 juni 1979 werd de bouw van de nieuwe loods op de hoek Houtgraven-Heldenseweg gegund.

In 1980 werd de nieuwbouw van de loods in gebruik genomen; weliswaar daalde het aantal leden van 127 tot 116. Op een verzoek tot samenwerking met de afdeling Kessel werd door Kessel niet ingegaan. De totale omzet bedroeg in 1981 ruim 2,37 miljoen gulden; in 1983 daalde het aantal leden tot 95. Cor Meerts uit Buggenum, die bestuurslid is geweest van 1977 tot 1987. Hij overleed op 16 september 1987, een man met een 'gouden hart, medemens in woord en daad... stond te lezen op zijn gedachtenisprentje. In 1988 hadden gesprekken plaats over mogelijke samenwerking tussen Baexem, Hunsel, Heythuysen, Neeritter en Neer. Door de CVV was een bedrijfvergelijkend onderzoek gemaakt van de kosten per afdeling; Neer sprong hierbij vrij gunstig uit. In 1990 hadden gesprekken plaatsgevonden tussen Heythuysen en Neer over werkzaamheden die de tuinbouwvereniging Heythuysen aan Neer wilde uitbesteden. De totale omzet van de Tuinbouwvereniging Neer in 1991 bedroeg ruim 5,6 miljoen gulden.

Op het einde van deze artikelelreeks vindt men nog een overzichtslijst van bestuursleden van de Tuinbouwvereniging Neer in de loop der jaren, beginnend met de J.M. Breukers (van 1912-1918; oprichter en voorzitter) tot en met A. Vestjens (1988- ?).M. Boonen, voorzitter van 1925 tot 1930. Dank aan Egbert Hanssen, die toestemming heeft gegeven om het jubileumboekje, dat hij heeft samengesteld, voor publicatie in 'Oos Naer' vrij te geven. 

"40 jaar geleden...lang geleden? (11) (door de werkgroep Krantenknipsels)

Krantenknipsel uit "De Limburger" van 8 april 1977 Zoals U hebt kunnen lezen in 'Oos Naer', nr.62 worden er tegenwoordig interessante vondsten gedaan in Neerse bodem. Maar de grond in Neer had altijd al de belangstelling van archeolo-gen!

De bezittingen van het klooster Keizerbosch na de confiscatie door de Fransen in 1796 (4.10)

De tweede generatie Steegh op Keizerbosch (door Jo Kuijpers)Inleiding: Bij het overlijden van Alexander Steegh in 1896 is zijn enige zoon Joannes Frans Willem (roepnaam Giel) nog geen twintig jaar. Na het huwelijk van zijn zuster Johanna Elisabeth met Johannes Tobben blijft hij alleen met zijn moeder op Keizerbosch wonen en wordt actief lid van de Neerse gemeenschap.De boerenorganisatie wil in 1901 een melkwedstrijd organiseren in de weide van bierbrouwerij W. Geenen. De organisatoren trekken zich op het laatste moment bedenken, neemt de heer Geenen het heft in handen en betrekt er de Roggelse fanfare bij. Men steekt de koppen bij elkaar en dat leidt tot de oprichting van de Neerse fanfare. De eerste instrumenten worden aangekocht en er wordt volop gerepeteerd. Met de Sebastianuskermis op 21 januari 1902 wordt voor het eerst opgetreden (zie ook de 'Feestgids fanfare 'De Eendracht', 1902-1952).

Huwelijk 1905 van Giel Steegh

Op 23 oktober 1905 treedt Giel te Neer in het huwelijk met Maria Wilhelmina Catharina Geenen, de oudste dochter van Petrus Joannes Geenen (Sjuuëndele Pieër). Na zijn huwelijk woont Pieër eerst in Susteren en daarn in Melick op de boerderij 'Schöndeln', vandaar zijn bijnaam.Op 15 mei 1891 komt Pieër met zijn gezin naar Neer en vestigt zich op adres Keizerbosch no.74, het huidige pand 'Lewieje'. Uit dit gezin worden zes kinderen geboren, waaronder Maria Dorothea Josephina Geenen in 1887 (links op de foto) en Petronella Maria Hubertina Geenen in 1890 (rechts). Sjuuëndele Pieër wordt de eerste voorzitter van de in 1901 opgerichte fanfare. In 1904 is hij ook de eerste voorzitter van de Neerse afdeling van de Boerenleenbank. In 1905 wordt hij benoemd tot lid van de gemeenteraad als opvolger van Johannes Hubertus Aquarius.

Tina Steegh, dochter van het echtpaar Steegh-Geenen, trouwde op 24 november 1930 met Jan Wienhoven (zie foto). Het echtpaar Steegh-Geenen kregen 15 kinderen (zes meisjes en negen jongens). Tweede rij, vlnr: Lex, Marga, oom en tante van de bruidegom, Fien, Jan Wienhoven, Tina, Traut Wienhoven, Frans, An Wienhoven, Miena, PierreEerste rij, vlnr: Fons, Sjuuëndele Pieër, moeder van de bruidegom, Giel Steegh en Maria Wilhelmina Catharina Geenen, Thuur, Paul, Trees en Jo.

Giel Steegh wordt in 1919 bij een tussentijdse benoeming raadslid; bij de verkiezingen van 1923 stelt hij zich herkiesbaar en wordt hij weer voor een periode benoemd, maar hij zit de periode niet uit. Op 16 februari 1925 geeft Giel te kennen ontslag te moeten nemen als raadslid, omdat hij de gemeente Neer gaat verlaten. Het ontslag wordt door de raad onder dankzegging voor zijn inzet geaccepteerd.

In 1924 gaan de goederen van Keizerbosch over in eigendom op Martinus Jozef Boonen (Tieniske), die in 1922 vanuit Heel
weer terug verhuisd is naar Neer.

Op 30 april 1925 vertrekt Giel met zijn gezin vanuit Neer naar 'De Hamert' in Bergen (N-Limburg). Op 26 april 1928 verhuist Giel met zijn gezin naar Venlo, waar ze gaan wonen op pachtboerderij 'De Nieuwe Hoeve' van de familie Van der Grinten op het adres Straelseweg 888. Op dat moment is het gezin nog compleet met twaalf kinderen.

Tieniske Boonen verkoopt de goederen in 1925 aan Mathijs Hendrik Boonen (Keizerbos Tjeu, geboren te Nederweert op 3 november 1892, overleden in het ziekenhuis te Roermond op 20 oktober 1976, zoon van Anthonius Boonen en Maria Francisca van Ratingen.Hij trouwt te Buggenum  met Theodora Anna Catharina Pijls, geboren te Buggenum op 3 november 1892, overleden in het ziekenhuis te Roermond op 17 juli 1974.

De voormalige kloostergebouwen zijn thans in gebruik als zorgboerderij en worden gerund door de kleinzoon van Keizerbos Tjeu met zijn gezin.