"Oos Naer 32" (jaargang 9, nr. 32, juni 2007)

Op de voorkant van uitgave nr.32 staat een foto van de herbouwde boerderij van Beurskens in 1970. Links de noodwoning, in het midden de stallen en rechts het woonhuis.

"Asj d'r èns wiltj loestere" (de redactie)

De redactie geeft in het kort een overzicht van drie grotere artikelen die in "Oos Naer" (32). Het eerste grote artikel gaat over de "Kroniek van de familie Beurskens van Wienerte", dat in 27 pagina's wordt beschreven. Het tweede artikel handelt over "Het verdere vervolg van Oos Noets", een studentikoze terugblik naar Neer in de na-oorlogse Indiëtijd. Het derde artikel vertelt Jan Dorssers over de "Belevenissen in de oorlogsjaren 1941-1945". Binnen onze heemkundevereniging zal een werkgroep "monumenten" worden opgericht om de plaatselijke historische gebouwen in kaart te gaan brengen.

"Kroniek van de familie Beurskens van Wienerte" (Niek Beurskens en Tjeu Hermans)

De redactie ontving van Niek Beurskens een manuscript van een kroniek van de familie Beurskens van Wienerte. Het zwaartepunt van deze kroniek vormen de gebeurtenissen rond en de wederwaardigheden van het gezin van Piet Beurskens, Spekkers Piet, in de voorbije oorlogstijd. Toch wordt ook ruim aandacht besteed aan de voorgeschiedenis van de familie en de opbouwperiode na de oorlog.

Het is een waardevol tijdsdocument dat ons weer meer inzicht geeft in die bewogen periode en vooral wat mensen toen beleefd hebben.

Niek beschrijft die geschiedenis op een bijna zakelijke toon, waarbij toch af en toe de emoties naar boven komen. Wellicht is het verhaal daardoor des te boeiender.

 

De redactie is Niek dankbaar dat we zijn kroniek mogen publiceren; het is een aanwinst voor "Oos Naer" en haar lezers.

In het artikel wordt eerst de periode 1800-1918 beschreven, a.d.h.v. een stukje genealogie.

Al vóór het jaar 1800 woonde er een generatie Beurskens (Spekkers) op Wienerte.

Waar de bijnaam Spekkers vandaan komt, is niet bekend.

Daarna komt de periode 1918-1940 aan de beurt.

Het gezin bestond in 1933 uit elf kinderen tussen één en elf jaarIn de periode 1936-1940 wordt onder meer de passie van Spekkers Piet, het fokken van Belgische trekpaarden, belicht.

Het noodlot sloeg toe, toen zoon Harie in de winter van 1940 op 17-jarige leeftijd overleed als gevolg van een ongeluk in het veld. Hoe een en ander zich heeft voorgedaan, is niet bekend.

Het paard met kar kwam vanuit het veld alleen terug op de binnenplaats, zonder voerman Harie.

De oorlogsjaren 1940-1945 zijn voor de familie Beurskens zeer ingrijpend geweest. Dat wordt uitvoeriger belicht in dit artikel. 

In het laatste gedeelte wordt de wederopbouw 1945-1983 weergegeven.

Op 16 juli 1951 werd zoon Cor in Aalbeek (Zuid-Limburg) tot priester gewijd. De hele familie reisde naar het zuiden.

Begin september 1951 vertrok Cor als missionaris naar de Goudkust, Ghana.

Tot oktober 1955 verbleef hij daar. Hij kwam terug vanwege dysenterie, werd afgekeurd om nog in de tropen te werken. Vanaf 1951 werd het steeds stiller in huize Beurskens. De een na de ander verliet de boerderij. Men trouwde, ging studeren of elders werken.

In het laatste deel 1985-2006 komt er een eind aan de generaties Beurskens op Wienerte.

"Het verder vervolg van Oos Noets" (Deel 2) (Tjeu Hermans) Een studentikoze terugblik naar Neer in de na-oorlogse Indiëtijd

Vermeldenswaard is dat redactielid Koos Luijten van Paula Knops-Theelen op één na alle originele nummer van "Oos Noets" heeft gekregen.Daarmee kunnen we nog een tijd lang "Oos Naer" voorzien van de artikelen uit "Oos Noets". Nummer 8 ontbreekt alleen nog maar aan de collectie. Natuurlijk wil de redactie ook dit nummer 8 nog bezitten, zodat alles compleet is. Deel 2 geeft de periode weer van eind 1948 tot begin 1949. De dood van Sjaak Emonts heeft een grote impact gehad in Neer. Hij sneuvelde op 27 november 1948 op Java. Hij is in Batavia op het Ereveld Menteng-Poelo begraven.

In deel 2 wordt verder verteld  dat er maar weinig ijs is geweest om te schaatsen.

De kerkberg kreeg een heel ander aanzien.

Allerlei ander plaatselijk nieuws werd opgeschreven waaronder het toneel van de studentenclub.

Het artikel eindigt met enkele grappige stukjes, zoals hieronder:

Kinderpraat:

"Wil jij niet misdienaar worden, kereltje?"

"Nee, want dan moet ik ook pastoor worden en ik wil bakker worden."

"Belevenissen in de oorlogsjaren 1941-1945 (Jan Dorssers)

In dit artikel beschrijft Jan Dorssers de oorlogsperiode, waarin hij een en ander heeft meegemaakt. In het begin van de jaren '40 werkte hij als metselaar. Naast metselen was hij bouwkundig tekenaar. Hij verbouwde de steenfabriek in Nunhem. In Buggenum deed hij hetzelfde en bouwde daar tevens nieuwe kantoren bij. Zijn onderduikerstijd beschrijft Jan uitvoerig; zo ook de slechte relatie met NSB-burgemeester Frijns. Dat hij niet bang was, bewees hij door in de kerktoren (destijds 55 meter hoog!) te klimmen, via een dakkapel naar buiten tot aan de haan van de toren. Frijns keek die stunt aan en wilde hem naar een fabriek in het zuiden sturen om te werken.

Jan vertelt over koeien drijven naar Venlo, het op zoek gaan naar de Partizanen in Baarlo en de wisselende adressen tijdens de onderduiktijd.

Hij beschrijft de tijd bij de Orde Dienst en de loopgravendienst bij de Engelse bevrijders.

Hij was ook bij de Binnenlandse Strijdkrachten geweest, waarbij hij patrouilles moest begeleiden. Dat verliep niet altijd vlekkeloos.

Het was voor hem een tijd waarin veel gebeurde en wat hij allemaal beleefde.

De moeder van Jan heeft weinig meegemaakt van de belevenissen van haar zoon.

Ze was geëvacueerd naar Roggel. Zij was kokkin en had daar veel werk te doen.

 

Jan beschrijft dat de oorlog een gevaarlijke tijd was en dat hij als jongeman daar niet altijd van bewust was geweest.