"Oos Naer 31" (jaargang 9, nr. 31, maart 2007)

Op de voorkant van uitgave nr.31 staat een foto met de opnieuw meanderende Neerbeek. Op de achtergrond is Ghoor zichtbaar. 

"Asj d'r èns wiltj loestere" (de redactie)

De redactie geeft in het kort een overzicht van de artikelen die in "Oos Naer" (31) worden belicht. Ook wordt gewezen op de presentaties van de heemkundewerkgroepen op maandag 23 april a.s. "in d'n Haammaeker" (aanvang: 20.00 uur).

"Het prille begin van Oos Noets" Een studentikoze terugblik naar Neer in de na-oorlogse Indiëtijd (Tjeu Hermans)

In dit boeiende artikel wordt verteld dat Neerse studenten vrij snel na de oorlog een blaadje uitgaven met de titel "Oos Noets". Het was bedoeld om de Neerse jongens in Indië op een luchtige manier op de hoogte te houden van de Neerse wederwaardigheden. Je zou haast zeggen: een vroege voorloper van Ons Eigen Nieuws, dat in november 2006 haar 50-jarig bestaan vierde, en, van latere datum, de website van Piet van Toon. Een van de schrijvers van Oos Noets was Cor Beurskens (zie foto hiernaast), Cor van Spekkers Piet, die toen op het Groot Seminarie van de Paters van de Afrikaanse Missie in Cadier en keer zijn priesteropleiding volgde. Hij schreef praktisch geheel de blaadjes van Oos Noets vol, met een eigen schrijfstijl (humoristisch met een beetje spottende ondertoon).

Hieronder een kort overzicht van de eerst uitgave van de zomer 1947.

Er werd eerst wat dorpsnieuws vermeld, waaronder de oprichting van een studentenclub op 20 juli 1947.

Er werd melding gemaakt van een missietentoonstelling in Roermond. Neer telde 8 religieuzen, waarvan elk een beschrijving wordt gegeven in dit artikel.

Op de Boxweerd wordt een twee hectare groot stuk grond door baggermolens weggevreten.

Er was in juli 1947 een flinke droogte door het zeer warme zomerweer.

Er wordt wat verteld over enkele Neerse mensen, die in Neer goed bekend zijn, zoals Kerneliske (Frits) Verheijden, Ties Wagemans en "Verheijes Sjang, die kon zwemmen als een kikvors".

Door de oorlog waren er veel huizen vernield in Neer. Men werkte hard aan de wederopbouw.

Ook de sport in Neer werd belicht. Naast paardensport komt ook het voetbal aan de beurt. 

Het Neerse voetbal kende in de jaren vlak na de oorlog enkele talentvolle spelers, waaronder Merte Timmermans. RKVVN (en later RKSVN) kwam met een sterk team uit in de Limburgse districtcompetitie.

De samenstellers van 'Oos Noets' beschreven de situatie in 1947, zoals die in Neer was.

Personen, gebeurtenissen en alledaagse dingen van Neer werden vermeld en gaven de Neerse jongens in Indië het gevoel toch enigszins dicht bij huis te zijn.

"Neer, vroeger en nu" (Koos Luijten)

Dit artikel werd gepubliceerd in "Panorama ons zuiden". We zien de boerderij van de kinderen Geraets met op de achtergrond de Sint Martinuskerk. Deze boerderij lag in het centrum van het dorp.Voor de boerderij staan enkele veewagens, die verhuurd werden voor veetransport. Uiterst rechts op de foto lag de werkplaats van Sjengske. Hij was zadel- en haammaker. De smidse van Zieb (op de foto niet zichtbaar) lag ook aan die kant.

Tjeuke, de jongste van de drie broers, was boer en Ketrien deed het huishouden en hielp mee op de boerderij.

Op de plaats waar de boerderij lag zien we sportzaal "De Kwiebus", die in 1977 in gebruik werd genomen.

In 1992 werd rechts aan de sportzaal het gemeenschapshuis "In d'n Haammaeker" gebouwd, voor een gedeelte onderkelderd. Verschillende verenigingen maken gebruik van dit gemeenschapshuis. Ook de heemkundevereniging organiseert daar regelmatig zijn lezingen.

Op de achtergrong zien we de kerk met de torenspits uit 1955. De vorige toren werd in november 1944 door de Duitsers opgeblazen.

"Uit Neerse bodem" (Jos Hanssen en Leon Lenders)

Bij het aanleggen van meanders in de Neerbeek werden in de zomer van 2006 bij de buurtschap Kinkhoven enkele archeologische vondsten gedaan door Jos Hanssen. In dit artikel wordt een uitvoerige beschrijving hiervan gegeven. Dit beeldje stamt uit de 15e of 16e eeuw en het reliëf heeft afmetingen van 2,8 bij 5,2 cm. Het stelt het Kindje Jezus in het kribje voor. Waarschijnkijk heeft dit beeldje deel uitgemaakt van een kerstgroep.

In dit artikel wordt een verdere beschrijving gegeven, hoe het deze beeldjes zijn ontstaan, tegen welke achtergrond en hoe deze eventueel in onze streken terecht zijn gekomen.

Een tweede voorwerp dat gevonden werd bij deze opgravingen is een mondharp. Deze vondst wordt ook als zeer interessant beschouwd.

Dit muziekinstrument is van brons gemaakt. De trilveer ontbreekt. De afmetingen zijn 3 bij 5 cm. en stamt hoogstwaarschijnlijk uit de 15e of 16e eeuw.

 

Dit instrumentje, ook wel mondtrommels genoemd, werd tegen de lippen geklemd en met een trilveer werden de geluidstrillingen via de mondholte tot klanken omgezet.

 

Ook heden ten dage worden nog mondharpjes bespeeld, vooral bij de Country & Western muziek.

Ongeveer In 1821 kwam aan de populariteit van de mondharp grotendeels een einde door de uitvinding van de mondharmonica.

 

Tijdens de veldverkenning werden ook twee gespen en een klokje gevonden (zie hieronder!)

Deze metaalvondst wordt in de volgende uitgaven van Oos Naer uitgebreid beschreven. Het is een Karolingisch beslagstuk van 2,7 bij 5,7 cm en werd zoal bevestigd aan kist- en kastbeslag, gordelbeslag, boekbeslag en beslag voor paardentuig.

Er werd ook aardewerk gevonden; veel scherven van kogelpotten (kogelrond zonder oren, hengsel of handvat. Het heeft niets met minutie te maken! Tussen de 8ste eeuw tot de 15de eeuw kwamen deze potten veel voor.

"Äöver korte bókse en óngerrök" (Tjeu Hermans -van Waals Sefke) Eigen aardigheden van het Neerse dialect

In dit korte artikeltje wordt ingegaan op enkele eigen aardigheden bij de uitspraak van een stel eenlettergrepige zelfstandige naamwoorden die in het Nederlands bestaan uit de klinker -o- met twee of meer medeklinkers, zoals ton, rok, jong, stop enz.foto: bos of bós?

"Kerk van binnen (deel 5)" (Koos Luijten)

In dit vijfde deel over de kerk van binnen worden de biechtstoelen eens nader onder de loupe genomen. Bij binnenkomst door de grote ingang staat verder links in de kerk de biechtstoel met bovenop een tiara en rechts een brandend hart met een pijl. Deze beide biechtstoelen in de St. Martinuskerk van Neer stammen uit het jaar 1855. Ze werden destijds door het kerkbestuur besteld en vervaardigd door meester-schrijnwerker Josephus van Houts uit Deurne (N-Br.). In het artikel worden beide biechtstoelen beschreven en de symbolieken toegelicht.

"Wie weet: wie, wat, waar en wanneer" (redactie)

De foto hiernaast is de nieuwe uitdaging om te zoeken naar: Wie zijn deze soldaten? Waar is deze foto gemaakt en wanneer? Oplossingen kunnen weer via de website reactie@oosnaer.nl of: redactie.oosnaer@gmail.comgestuurd worden en uit de goede inzendingen wordt weer een prijswinnaar geloot!