Friedesse molen

Deze watermolen stamt uit 1717. De ankers op het bijbehorende huis ernaast geven dit jaartal ook aan. Het molengebouw is opgetrokken uit baksteen met een pannenwolfsdak.

 

In het voorste dakschild of wolfeind bevindt zich de luifel van het luiwerk om de zakken naar de zolder te hijsen.De zijmuur heeft een wagenpoort. Waarschijnlijk stond er voor 1717 al een koren- en volmolen (in Neer bekend als de Cnopsmolen)

Men neemt aan dat er in 1343 al een molen heeft gestaan. Deze molen werd verbouwd of vervangen door een nieuwe molen.Gezien het feit dat de molen gestalte kreeg in de tijd dat Godefridus Tobben de molenaar was, heeft ze aan hem waarschijnlijk haar naam ontleend.In 1854 werden de sluizen aangepast; in 1891 werd het waterrad vernieuwd.In 1909 werden de houten sluizen vervangen door ijzeren sluizen.De Friedesse molen kende enkele (voor Neer) bekende molennaarsfamilies, zoals de familie Tobben, Geenen, Theelen, Vennekens en Van Stekelenburg.

In 1958 werd het stuwrecht verkocht aan het waterschap "Midden-Limburg". Dat betekende het einde van de molen als watermolen.Toen de Neerbeek in 1961 gekanaliseerd werd, raakte de molen al snel in verval.In 1991 startte de initiatiefgroep met haar plannen met het doel: de restauratie van de Friedesse Molen.De molen is nu in erfpacht voor 30 jaar.

Dankzij de veranderde denkwijze m.b.t. de waterhuishouding, het behoud van cultuurgoed en de "Initiatiefgroep Friedesse Molen" is op 19 juli 2002 de molen in ere hersteld en weer als watermolen in functie.