"Oos Naer 39" (jaargang 11, nr. 39, maart 2009)

Op de voorkant van uitgave nr.39 staat de winkel en het woonhuis van de familie Timmermans (Snieder Frits) in de Engelmanstraat rond 1960. In deze uitgave staat in de rubriek "Zo'n eeuw geleden geboren" een artikel over Snieder Frits.

"Asj d'r èns wiltj loestere" (de redactie)

De redactie schrijft in deze rubriek in het 'Naers' een stukje, waarin enkele zaken uit deze uitgave kort de aandacht krijgen. Ook worden reacties van vorige uitgaves of nieuwtjes aangegeven, die voor de lezer wellicht interessant kunnen zijn. Bij wijze van uitzondering geven we deze keer het gehele stukje weer, dat altijd in het 'Naers' wordt geschreven.

"Eigelik is d'r gein groeat noets in deze "Asj d'r" te vertèlle; de artiekele spraeke väör zich zelf. Bienao allemaol noe artiekele äöver Naerse miense en bedrievigheid: Sjaorstein bouwe, snieder en organist, bekkersvak, vasteaovendj en sjötterieje; waat wiltj gae as laezer nog mieër. Daorom neet wiejer gekaldj mer gelaeze."

"Sjeng Geelen: Bouwer van Fabrieksschoorstenen in de vorige eeuw (deel 1) (Pierre Geelen)

De schrijver van dit artikel, Pierre Geelen, zoon van Sieje Sjeng, heeft ongeveer een jaar geleden een lezing voor de heemkundevereniging gehouden, die door veel mensen werd bezocht. Tevens heeft hij een boek samengesteld, waarin hij de geschiedenis van schoorstenen vanaf het begin van de industriële revolutie vertelt en waarin hij vooral aandacht schonk aan zijn vader. In dit eerste deel geeft Pierre in kort bestek een schets van de geschiedenis en bouw van fabrieksschoorstenen in ons land. Tevens worden architectonische en bouwtechnische aspecten van gemetselde schoorstenen belicht.

Op de foto hiernaast zijn arbeiders bezig om een schoorsteen te metselen.

Vanuit deze positie is duidelijk te zien hoe de schoorsteen van binnenuit naar buiten werd opgemetseld met radiaal stenen. Deze ronde fabrieksschoorstenen waren er in verschillende rondingen en lengtematen. 

Er werd van binnen uit en 'over de hand' gemetseld zonder gebruik te maken van een steiger aan de buitenzijde.

De steiger aan de binnenzijde bestond veelal uit een tweetal boven elkaar aangebrachte ronde plateaus van op balken gemonteerde houten planken, een zogenaamde 'werksteiger' en een 'valsteiger'.

"Neer, vroeger en nu" (Koos Luijten)

Dezer keer staat buurtschap Hanssum in de kijker met een foto van omstreeks 1939. Rechts op de voorgrond staat het woonhuis annex boerderij van de familie Dirkx-Kuijpers. Achter dit woonhuis zien we de ongeveer even oude boerderij van Godefridus van Roy, in Neer beter bekend als 'de klómpemaeker'.

Beide boerderijen waren typische voorbeelden van zogenaamde 'hallenhuizen'; huizen waarin woonhuis en boerderijgedeelte (stallen, schuur en opslagruimten) onder één grote kap waren ondergebracht.

Rechts ligt het verbouwde huis van Willem Dirkx. Nu wonen daar zoon Piet met zijn vrouw Len Dirkx.

Het dubbel woonhuis daarachter dateert van 1959. Het woonhuis daarachter dateert van 1990.

Ongeveer op de plaats waar het huis van de klómpemaeker van Roy lag, ligt nu een dubbel woonhuis uit 1960.

"Zo'n eeuw geleden geboren" (Leon Teepen)

In deze aflevering staat Godefridus Jozephus Hubertus Timmermans (Snieder Frits) 1883-1934 centraal. Als je zijn bijnaam leest, zou je denken dat hij kleermaker van beroep is geweest. Maar in dit artikel zal blijken dat dit niet zo is geweest. Op jonge leeftijd heeft hij wel zijn vader geholpen en zo het vak van kleermaker geleerd. Hij zou een geheel ander richting uitgaan. De familie Timmermans woonde in de Gaot. De ouders van Frits was Snieder Pieëter en Dorothea Petronella van Helden. Zij kregen 7 kinderen. Frits was de tweede in de rij. Het eerste kind was een doodgeboren dochter. Andere kinderen waren Sef, Gieërlingske (in Neer bekend geworden als postbode) en Père Tim, die priester en professor in de theologie was in Nancy, Peter Anthonius (stierf nog voor zijn tweede jaar) en Maria Anna Anthonia (ook zij stierf al in de eerste week van haar leven). Snieder Frits kocht in 1912 een huis in de Engelmanstraat waar eerst de zusters uit Tegelen een tijd lang de bewaarschool hadden opgezet. Frits begon daar een rijwielhandel en reparatiewerkplaats. Daarnaast verkocht hij in een winkeltje aan huis ook huishoudelijke artikelen. Frits trouwde in 1913 met Anna Maria Dorothea Hermans uit Neer. Zij werd winkelierster in manufacturen en had na haar huwelijk hierin een winkel.blz-16.jpg (193389 bytes)De fanfare van Neer rond 1925. Midden vooraan zit Snieder Frits met zijn dirigeerstokje. Frits en Anne Marie kregen 9 kinderen, 8 dochters en één zoon. Deze zoon overleed twee weken na zijn geboorte. De derde dochter, Margaretha Josephina Maria (Fientje) overled op bijna zesjarige leeftijd. Truus, Thea, Mia, Dien, Liza (zuster Cecile), Fien en Annie zijn de andere dochters. Daarvan zijn Dien, Fien en Annie nog in leven. Snieder Frits werd in Neer bekend als muzikant, organist. Op 20-jarige leeftijd werd hij organist in de Martinuskerk van Neer. Hij gaf pianolessen en leidde de fanfare naar grote successen. Ook met de zangvereniging ging het onder zijn leiding heel erg goed. Frits stierf in 1934 op 51-jarige leeftijd aan de gevolgen van maagkanker.

"Äöver loeanbak en broeadkórste" (Piet Timmermans)

In dit artikel vertelt Piet Timmermans (Piet van Toon) over het loonbakken in de tijd rond 1940. 'Loanbak' was er op verschillende manieren, zoals het deeg dat door de huisvrouwen thuis was klaargemaakt, werd in de bakkerij gebakken. Een andere vorm van loanbak was, dat de klant melk en meel en de bakker maakte daar zelf dan de deeg van en bakte het daarna.Ook vlaai werd als loanbak besteld/verwerkt. De klant bracht de vlaaivulling ('spies') naar de bakker en die werd dan door de bakker op de vlaaibodem gedaan. Soms brachten mensen alleen de 'spies'; de bakker maakte dan zelf de deeg.Een ander vorm van loanbak was het bakken van roggebrood. Het meel moest wel door de klant geleverd worden.  (zie foto hiernaast!).

Al met al een heel interessant artikel over verschillende vormen van loanbak.

Het 'lattebroad' bestond uit stroken roggebrooddeeg, die tegen houten latten tegen de ovenwand stonden en als een kunstbrood dienden. Dan kreeg het brood dat eigenlijk tegen de ovenwand zou komen, geen harde korst; anders wel.

"Vastenavondoptocht te Neer, 10 X 11 jaar geleden" (Jos Geraets)

In dit artikel beschrijft Jos Geraets het feit dat er in Neer in 1899 al uitbundig Vastenavond werd gevierd. Hij schrijft verder..."Op zaterdag voor vastenavond werd door de zangvereniging Maas- en Neergalm voor de ereleden een concert gegeven, waarbij zang en komische voordrachten elkaar afwisselden. De sociëteit De Kwiebussen gaf een prachtige Vastenavondkrant uit en organiseerde op vastenavondmaandag en -dinsdag de eerste Neerse Vastenavondoptocht. "Neer stak hiermee grote plaatsen als Roermond en Weert de loef af. Verschillende kranten vermeldden deze gebeurtenis. In dit artikel worden de namen genoemd van de feestcommissie, die uit elf leden bestond. Opvallend hierbij was, dat er twee leden getrouwd waren en de rest was nog vrijgezel. Er kwam een Vastenavondkrant uit met leuke artikelen en advertenties van de Neerse middenstand. Ook zorgde de feestcommissie voor reclame in de kranten. De optocht vond plaats onder prachtig winterweer. Alles verliep vlekkeloos. De kranten waren vol lof over het gepresteerde.

"De Neerse schutterijen" (Piet Stemkens)

Piet Stemkens (Piet van 't Heufke of Piet van Heufkes Toon), stammende uit een echte Neerse schuttersfamilie en oud-secretaris van de Jonge Schutten, gaf op 13 september 2008 voor de heemkundevereniging 'Oos Naer' een inleiding over enkele wederwaardigheden van Neerse schutterijen. Er waren in het begin van de 20ste eeuw maar liefst vijf schutterijen in Neer: De Bussen Schutten zouden vroeger de Hessen hebben verjaagd en de geroofde kerkschatten op de Hessen hadden terugveroverd. Nadat de schutterij St. Sebastianus was opgericht, is deze gesplitst in de Oude Schutten en de Jonge Schutten. De Sacramentsschutterij is opgericht kort na de Franse tijd en kreeg als eretaak bescherming van het Sacrament tijdens processies. De Oranje Schutterij is opgericht in 1898, het jaar dat Wilhelmina koningin werd.

De bevolking was trots op de schutten en men trok erop uit om de schutten 'in actie' te zien bij het vogelschieten, vendelzwaaien en bij processies.

In de Tweede Wereldoorlog werden de schutterijen zelfs verboden. Na de oorlog werd alles weer opgepakt. Wel waren er veel attributen verdwenen of stuk.

Tijdens de eerste bijeenkomst van de Jonge Schutten werd een nieuw bestuur gekozen.

 

In dit artikel worden in chronoligische volgorde vanaf 1948 t/m 1960 (einde van de Jonge Schutten) verteld hoe het de Jonge Schutten verging. Uiteindelijk belandde de overgebleven attributen in 2003 bij de heemkundevereniging 'Oos Naer'.